In gesprek met … Marco ten Napel, BIM-manager Kroon & de Koning
In de afgelopen 7 jaar bouwde hij het Bouw Informatie Model uit tot - wat hij noemt – Bouw Informatie Management (BIM). Hij schat in dat 80 procent van de organisatie inmiddels op BIM is aangesloten. Om ook de rest mee te krijgen, heeft hij ‘olievlekmakers’ nodig.
Wie Marco ten Napel spreekt komt snel tot de conclusie: aan enthousiasme geen gebrek. Een kwaliteit die er mede voor heeft gezorgd dat de BIM-manager inmiddels de laatste groep collega’s de voordelen van BIM laat ervaren. Na de collega’s in de werkvoorbereiding en calculatie is het nu de beurt is aan de uitvoerders van Kroon & de Koning om BIM te benutten in hun dagelijks werk. “Belangrijk is dat ene moment. Als ze één vinger aannemen en vervolgens de hele hand pakken. Het moment dat ze ervaren dat BIM het werk ook op de bouwplaats overzichtelijker en efficiënter maakt. Dat het veel meer is dan een handige ‘tool’.”
BIM voorziet in alle relevante geometrische en technische informatie die bij een bouwproject voorbijkomt. Tekeningen bevatten daarmee ook informatie over de te gebruiken materialen, hoeveelheden en afmetingen. Informatie die kan worden geselecteerd om het overzichtelijk te houden. “Wil de uitvoerder bijvoorbeeld specifieke info over de wapening van de fundering, dan kan hij daar voor kiezen. Alle andere informatie in de tekening blijft dan verborgen. Of wil hij weten hoeveel pallets bakstenen er moeten worden besteld voor de te metselen vierkante meters? Met BIM wordt dat eenvoudig berekend. Het doel is om informatie snel, overzichtelijk en eenduidig bij de hand te hebben. Dat maakt het werk efficiënter en verkleint de kans op fouten.”
Is de tijd van uitvoerders die met tekeningen over de bouwplaats lopen daarmee verleden tijd? “Zeker niet. Niet iedereen is al zover en dat is ook oké. Het uitvoerend bouwbedrijf is misschien wel het meest traditioneel georiënteerd. Velen houden nog vast aan hoe ze het al jaren doen. Zodra ze de meerwaarde van de digitale BIM-wereld zien, zijn ze bereid om mee te gaan in de ontwikkeling. Je ziet ze steeds vaker met een tablet onder de arm. Het mooiste is als ze er met elkaar over gaan praten. Dat de reactie is: ‘dat wil ik ook’. En de vraag daarmee vanuit de persoon zelf komt. Vanuit die olievlek kan het dan snel gaan.”
Bang dat hij zichzelf overbodig maakt is hij niet, al vindt hij dat wel een mooie gedachte. Wat er vanuit BIM is ontwikkeld, moet ook worden onderhouden en doorontwikkeld. “En tegelijk stoppen de ontwikkelingen natuurlijk niet.” Zo kan hij niet wachten om de mogelijkheden van Augmented Reality (AR) uit te proberen. “Een beetje Pokémon Go toepassen. Hoe gaaf zou het zijn om kozijnen te laten zien die er nog niet zijn? Om de feitelijke 2D-waarden en de fictieve 3D-weergaven van AR over elkaar heen te leggen. En dan te kijken hoe dit ons gaat helpen. De eerste testen zijn al gedaan, helaas is de hardware is nog niet helemaal zover. Maar het moment dat ik dit met een uitvoerder kan gaan uitrollen, komt dichterbij. Moet ik nog wel een geschikte, beetje nerdy collega voor zien te vinden”, constateert hij met een glimlach.
In dat opzicht herkent hij zich wel in Pippy Langkous. Altijd nieuwsgierig en de drang om het nieuwe uit te proberen. Hij ziet dan ook steeds weer mogelijkheden voor praktische toepassingen. “Met de komst van Google Glass of de Hololens van Microsoft vraag ik me direct af of er toepassingen met VR-brillen denkbaar zijn in de bouw. Kan ons dit helpen? De hard- en software is nog te kwetsbaar, maar dat hoeft het denken erover niet meteen stil te zetten.” Want vroeg of laat is het concept toch ineens praktische realiteit, is zijn ervaring. “Kijk naar kunstmatige intelligentie. We passen het nog niet toe in onze bouwmodellen, maar volgen het op de voet. Hoe kan AI ons bijvoorbeeld helpen bij het uitvoeren van controles op geleverde bouwmaterialen?
In de afgelopen jaren is er veel gebeurd en er komt nog op ons af. Vraag me niet waar we over vijf jaar staan. Ik kan het je niet zeggen.”
Om BIM echt effectief te laten zijn, is samenwerking met leveranciers noodzakelijk. Volgens Ten Napel is het aanleveren van digitale informatie voor de meesten bijna vanzelfsprekend. “Maar het is soms ook lastig voor ze. Want elke afnemer, projectontwikkelaar of bouwbedrijf heeft zo zijn eigen wensen als het gaat om het type informatie en hoe die aangeleverd moet worden voor toepassing in het eigen BIM. De uitdaging is om de informatievoorziening door de hele keten goed aan te laten sluiten.”
